Waddentrip zomer 2006
Printversie

Dag 1: Terschelling - Ameland.

Na veel gedraal steken we donderdag 20 juli 2006 van wal en ontvluchten daarmee de zomerse hitte van het land om 3 uur 's middags. De wind zit in het westen en neemt toe tot 4 - 5 en zo vliegen we in recordtempo over het wantij en liggen we 4 uur later al weer ten anker aan de oostkant van de haven van Ameland. Dit is een goed begin van onze waddentrip.

Voor zover we van een reisdoel kunnen spreken: we hebben het vage plan om veel van het waddengebied te zien dat zich uitstrekt van Den Helder in het westen totaan het Deense Esbjerg in het Noordoosten.

Dag 2: Ameland - Borkum.

's Morgens vroeg en aan het eind van de middag is het hoog water en dat regeert ons leefritme de komende dagen. Om kwart over 6 gaan we dus ankerop van Ameland. De kaart van het oostdeel van het wad is een jaar oud en zo komen we er na het nodige gepruts achter dat een deel van het Holwerderbalg is verlegd naar het Pinkegat. We komen toch nog net op tijd aan in het Smeriggat, waarna we aan de oostkant van de Engelsmanplaat ankeren en droogvallen. Na de traditionele wandeltocht naar het vogelwachtershuisje zoeken we nog een emmertje kokkels om de voedselvoorraad een beetje op peil te houden. Om 15:30 raken we weer los en we komen precies op tijd om als eerste boot de wantijen te passeren op het Groninger wad (er ligt een hele vloot op water te wachten). Wel neemt de wind steeds meer af en als we op de Eems aankomen om 20:00 zakt te wind er helemaal uit. Ten slotte zetten we de motor dan maar even bij om in de beschutting van Borkum te komen. In het donker en de, inmiddels behoorlijk dichte, mist lopen we tenslotte om 23:20 aan de grond in de beschutte baai onder Borkum.

Dag 3: Borkum - Juist.

Om 6:45 gaan we weer ankerop en kruisen tegen de Oostenwind in door het, plaatselijk zeer smalle, prikkenstraatje onder Borkum. Daarna met een paar grote slagen onder Memmert langs naar Juist waar we aan de westkant van de dam zo dicht mogelijk tegen de kant droogvallen. Voor vandaag is dit het eindpunt, want 's avonds krijgen we het nodige onweer over met dikke regenbuien. Dit is de eerste regen in weken en dat is best lekker na deze snikhete dag. Die zijn we overigens best prettig doorgekomen met een lunch van kokkels (van de Engelsmanplaat) met wijn, een wandelingetje over het eiland van zuid naar noord (maar een paar honderd meter) en een vliegershow op het haventerrein en, tot middernacht, live muziek en karaoka. Morgen maar een rustiger plekje opzoeken.

Dag 4: Juist - Spiekeroog.

Net voor hoogwater gaan we weer ankerop. Het is dan kwart voor 10 en we hebben kunnen uitslapen voor ons doen. Het is dan ook zondagochtend. Het weer is weer prachtig overigens met een licht noordenwindje.

We willen vandaag eigenlijk iets verder dan Norderney en gaan daarom benoorden Norderney en Baltrum om en, omdat de wind er weer een beetje bijkomt na de middagdip, gaan we ook Langeoog nog voorbij. Om half acht zijn we bij de haven van Spiekeroog. Het is nog een paar uur opkomend water. We willen nog even het eiland over en dus is ankeren niet handig. Onze eerste nacht in de haven. Brrr... Best een leuk eiland trouwens met een paardentram naar de camping op het westeinde. Misschien net iets te netjes, maar wel weer autovrij. Moesten ze op Terschelling ook doen.

Dag 5: Spiekeroog - Helgoland.

Het weer ziet er de komende dagen goed uit. We besluiten daarom de "grote oversteek" te maken. Om 11:00 vertrekken we, nog tegen de vloedstroom in, het zeegat uit. Toch wel weer spannend met zo'n klein bootje, maar de zee is heel rustig en de wind mocht nog wel iets meer zijn. Toch vorderen we voorspoedig. Met nog 10 mijl te gaan komt Helgoland in zicht. Het is precies bezeild met een NW wind. Afgezien van een uitwijkmanoeuvre voor een groot containerschip, komen we met 1 slag precies voor de haven van Helgoland uit. We gaan daar om acht uit ten anker in de voorhaven.

Dag 6: rustdag.

Vandaag is het windstil en stikheet. We sluiten aan bij een stapeltje schepen in de haven en krijgen vrij spoedig ook weer een aantal langszij. Na de "noodzakelijke" belastingvrije inkopen bestuderen we nog even een tijdje de Butterfahrt die de bevolking van Helgoland tussen 10 en 5 verveelvoudigd. Dan spannen we een zonnetentje over de giek en lezen ons door het warmste deel van de dag.


Daarna maken we de verplichte rondgang over het eiland en verlustigen ons vooral aan de Jan van Genten, die pas de laatste jaren Helgoland hebben uitgezocht als broedplaats (zie foto). De luie dag sluiten we af met lui uit eten te gaan in een visrestaurant en daarna aan boord door te borrelen. Een Duits jacht vlak voor ons heeft problemen om zijn bier koud te krijgen, denk ik. Hij vernietigt de avondrust door minstens een uur lang de motor te laten draaien. Weten we meteen weer waarom we bij voorkeur niet in een haven liggen.

Dag 7: Helgoland - Sylt.

De buren willen om 7:00 vertrekken en dat lijkt ons ook een mooie gelegenheid om weer verder te gaan. Het wordt uiteindelijk half acht. De wind is O-NO en het plan om naar Amrum te gaan stellen we bij naar Sylt, wat iets beter bezeild is. Gisteravond toch een borreltje teveel gehad. De hoofdpijn zakt in de loop van de dag terwijl de wind iets toeneemt. Dit is ook nodig, want aan het begin van het Vortrapptief, het zeegat onder Sylt, krijgen we de stroom tegen. Zeer moeizaam komen we toch nog zeilend de zuidpunt voorbij en gaan tenslotte om 17:30 ten anker op een mijl noordelijk van de haven. In het duingebied is een graafmachine bezig kunstmatig natuurlijke heuvels te maken. Het ruikt naar varkensstal. Wellicht gebruiken ze baggerslib of zoiets om het zand vast te leggen. We maken toch even een wandeling op de wal maar dit deel van het eiland is eigenlijk niets aan: enkel luxe "Ferienwohnungen".

Dag 8: Sylt - Mandø.

Nu we binnen een week al zover zijn gekomen willen we ook maar tot het einde toe doorgaan. Om 9:45 gaan we weer ankerop en met pal laag water door de gronden vlak onder Sylt. De wind is O-NO en daardoor staat er geen zee (zie ook dag 11). Sylt is 20 mijl lang en loopt voor het grootste deel pal noord-zuid. We hebben dus veel tijd nodig om er voorbij te komen. Temeer daar de wind ook nog inzakt en recht naar het noorden draait. Na de middagstilte komt er wat meer wind en krijgen we hoop Fanø te bereiken. Op Helgoland hebben we zo'n gemeen visje met haakjes gekocht en die slepen we achter de boot aan. Tot onze grote schrik zit er na een tijdje een dikke makreel aan. Met grote tegenzin sla ik hem buiten westen en snij zijn kop er af. Als ik hem verder open snij komt er, nog een helemaal gaaf, net zo'n visje tevoorschijn als waar wij mee visten. Maar dan een echte. Met onweer voor de boeg gaan wij nu richting zeegat tussen Fanø en Mandø. De eb zit er al dik in en we gaan niet zo snel meer. We eten dus maar weer onderweg: gebakken aardappelen, boontjes en ... makreel. Heerlijk. Op de kaarten van het Deense wad staat bij droogvallende delen geen diepte aangegeven. Het is dus heel lastig om de geultjes te vinden. We lopen dan ook vast. Het onweer drijft overigen ook zuidelijk van ons voorbij en we vallen droog in een heerlijk zwoele zomeravond.

Dag 9 Mandø - Fanø.

Het is heel vroeg hoogwater en daarom, zeker met deze waardeloze kaarten, niet mogelijk om achter Fanø langs te varen. Ik ben wel wakker om half vijf. We gaan daarom maar bij het eerste ochtendlicht ankerop en met de eb mee weer de zee op en westelijk van Fanø langs. Na een uurtje kruip ik weer in bed en word wakker als Rinske bijna bij de inloop van het zeegat van Esbjerg is. Ze heeft dan 10 mijl gevaren en 2 makrelen gevangen. Er zit weer onweer in de lucht en deze keer komt er wel wat regen uit, al is het niet veel. Het is inmiddels half negen, maar de eb loop tot 11:30. We komen maar moeizaam vooruit en de laatste kilometer zetten we de motor maar bij. Om half elf zijn we afgemeerd in Esbjerg waar we kronen halen, eten inslaan, een gastankje en, voor eventualiteiten, 10 liter benzine extra kopen. Om half 1 vertrekken we weer en leggen het stukje naar de haven van Nordby op Fanø in een klein uurtje af. Een plekje om droog te vallen is met deze hopeloze kaarten haast niet te vinden. Na de sièsta huren we een tandem en fietsen in de hitte met wind tegen naar de zuidpunt van Fanø: Sønderhø. Daar drinken we twee biertjes in de wetenschap straks wind mee te hebben. Helaas draait de wind en hebben we het hele eind weer wind tegen. Totaal uitgeput halen we net de jachthaven. 's Avonds zijn we weer in staat om onze laatste kronen op te maken aan een veel te groot ijsje. Leuke plaatsjes zijn Nordby en Sønderhø overigens. Heel Fanø heeft trouwens een veel leukere uitstraling dan vooral de Ost-Friesische eilanden. Alleen helaas wel weer auto's.

Dag 10 Fanø - Rømø.

Vanaf nu wordt het weer een beetje terugreis. Het tij is ongunstig om over het wantij oost van Fanø te varen. We gaan daarom klokslag 9:00 uur de haven van Nordby uit en met de eb langs Esbjerg weer de zee op. De wind is Noordelijk en neemt toe tot van 2-3 naar 4-5. Onder spinaker varen we weer naar het zuiden Fanø en Rømø voorbij. Onder Rømø gaan we weer naar binnen. Het is mooi strandweer en het strand staat tot onze verbazing vol met campers en auto's. Verder is men naar hartelust bezig met strandzeilen en kitesurfen en 's avonds met kleiduivenschieten. De natuurbeschermingswet, habitat richtlijn, planologische kern beslissing en wat dies meer zij is hier niet erg doorgedrongen. Achter Fanø vallen we droog op een prachtig idyllisch zandstrandje achter een dennenbosje aan de zuid-oost kant van Rømø. Op het strandje vinden we, ook hier al, een paar Japanse oesters die we meteen maar even op eetbaarheid testen (nog wel gekookt: rauwe oesters zijn we nog niet rijp voor). Valt helemaal niet tegen.

Dag 11 Rømø - Kormoraninsel.

Vandaag zeggen we het Deense grondgebied vaarwel. Om 8:20 gaan we ankerop en met wind die van ZO naar ZW draait hebben we voor het eerst serieus wind tegen. Tegen half vier zijn we eindelijk weer bij de zuidpunt van Sylt aanbeland en besluiten weer door de gronden net onder Sylt langs te varen. Het is inmiddels meer dan half tij, dus er staat water genoeg. De zee is echter hoger en hoewel het er van een afstandje redelijk uitzag valt dat toch tegen als je er middenin zit. Snel het zeil naar beneden en de motor bij en dan zijn we er ook zo weer door gescharreld. Volgende keer toch maar die 5 mijl omvaren naar dieper water. De rust is weergekeerd en we zien een piepklein eilandje dat niet in "Zone I", de beschermde gebieden, valt. Tegen hoogwater scharrelen we aan de beschutte oostkant heel stilletjes naar de kant: de noordpunt ligt vol met zeehonden, de zuidpunt zit vol met aalscholvers, eidereenden en sterns. Het middenstuk is onbewoond en daar laten wij het anker zakken om half vijf. Als we toch even het eilandje oversteken komen de sterns hun land verdedigen en trakteren mij op een precisiebombardement: een witte flats recht op m'n kop. Ik moest toch mijn haar nodig weer eens wassen.

Dag 12: Kormoraninsel - Amrum.

Er is vandaag meer wind en nog meer wind op komst. Om 6:30 gaan we ankerop. Het is een uur voor hoogwater en eerst op alleen de fok, later met gereefd grootzeil gaan varen we over het wantij tussen Amrum en Føhr. We volgen een klein stukje prikkenstraat, maar het meeste steken we af, recht naar een ankerplaats tussen twee jachthaventjes van Amrum in. We zien nog wel een houten palenrij onder water over het hoofd. Ik spring maar weer overboord en kan de boot weer van de palen duwen en trek hem dan meteen maar naar een vervallen steigertje waar nog 3 andere zeilboten aan liggen. Er is nog net genoeg water om de punt van de boot naast de steiger te krijgen. Verder leggen we achter en opzij nog een anker uit. In het zonnetje lopen we naar het dorp (Wittdùn) om wat inkopen te doen. We zien in een fotozaak een vogelkijker staan. Er naast staat een doosje met een prijs - 299. Wel veel, maar het is dan ook een echte Zeiss. We besluiten in principe alvast tot de aankoop. Snel een verkoper opgezocht: blijkt dat de prijs van alleen het "objectief" te zijn. De hele kijker kost meer dan - 2000. We hebben er nog wel even doorheen gekeken naar een meeuw op een dak 300 meter verderop. Prachtig, maar toch maar niet. Overdag is het prachtig weer en we maken een mooie wandeling over Amrum. Mooi eiland met veel variatie: kwelders, bos, duinen en landbouw (graan, maïs, veeteelt). Amrum heeft voor een deel ook een keileem ondergrond. Op het eind van de dag komen er buien over. Dat blijft ook zo gedurende de nacht en de volgende dag.

Dag 13: rustdag.

Als we om 7 uur 's morgens naar buiten kijken ziet het zeegat onder Amrum er aardig wit uit. We blijven dus maar liggen. Als het overdag toch meevalt, liggen we weer hoog en droog in de blubber: goed voor het onthaasten. Bij laagwater zien we 100 meter verderop een mosselbank boven water komen. Door kniediepe blubber zwoegen we erheen en zoeken een emmertje vol. De mosselbank begint overigens flink overwoekerd te raken met Japanse oesters. Ben benieuwd hoe dit zich over een jaar of 10 heeft ontwikkeld. Verder ontdekken we vandaag nog een hunebed dat overigens grotendeels onder de grond ligt. Deze is gedateerd op ca. 2200 voor onze jaartelling.

Dag 14: Amrum - Hooge.

Hoewel er net een regenbui overtrekt gaan we om 6:45 ankerop. Om de Sweinsrücken heen varen we naar Hooge. De ebstroom hebben we tegen en we zoeken de ondiepe kanten van het vaarwater wat op. Een zeilboot achter ons volgt ons totdat we net om een onverwachte ondiepte heen draaien. Achterbuurman let even niet op en raakt vast. Hij komt er al weer af, maar is blijkbaar zo ontdaan dat hij rechtsomkeert maakt. De aanblik van Hooge is prachtig. Het is een eilandje van zo'n 4 km lang met alleen een zomerdijk eromheen. Op het eiland ligt een zevental terpen, sommige met 1 of 2 boerderijen, een paar grotere met een stuk of 10 gebouwen en 1 met een kerk en pastorie. Zo zal het noorden van Nederland er vroeger ook uit hebben gezien. We varen om 9:00 door het sluisje de jachthaven in en met de kiel opgetrokken zoeken we een plekje aan de steiger. Een uur later liggen we weer in een dikke laag blubber. Er liggen nu zo'n 10 boten in het haventje. Vorige week lagen ze hier 4-dik: er waren sluisfeesten of zoiets met oa. zeilwedstrijden in optimisten. Met prachtig weer en een bolle westenwind lopen we 's middags Hooge rond na een lunch van Amrummer mossels. Op de Hanswarft bezoeken we de Königspegel: een huis wat in de 18e eeuw door een kapitein ter walvisvaart is gebouwd en waar ooit de koning van Denemarken heeft gelogeerd. De woonkamer is helemaal betegeld (met Nederlandse tegels en tegeltableaus). Verder heeft onze kapitein erg mooi spul verzameld, waaronder servies van Willem de Veroveraar. De kachel stookten ze evenwel gewoon met gedroogde koemest. De tweede toeristische attractie was de Sturmflut-kino: een schuur met stoelen waar een amateuropname wordt getoond van een recente stormvloed, waarbij het hele eiland, behalve de terpen, wordt overspoeld. Toch wel indrukwekkend.

Dag 15: Hooge - Pellworm.

Hoewel Rinske jarig is moeten we vroeg op, want we willen met hoogwater op het wantij boven Pellworm zijn (Sandshörn). Om 6:15 vertrekken we als eerste uit de haven, waarna nog een paar ons voorbeeld volgen. We halen het wantij bijna maar dan valt de wind weg en drijven we achteruit. De motor moet er 10 minuten aan te pas komen om de stroom weer mee te krijgen. Daarna kunnen we het net weer zeilende houden tot voor de haven van Pellworm. We komen nog maar net op tijd binnen om in de vissershaven aan de kant te komen. In de jachthaven liggen alle boten al hoog en droog. Op de dijk staat een hokje van de havenmeester. Als wij er ons melden zit er een zombie in een luie stoel met de benen op het bureau. Hij is ook niet erg aanspreekbaar maar hij schijnt de echte havenmeester te vervangen die op vakantie is. Wat verder de bedoeling is wordt niet duidelijk, dus verlaten we het hokje onverrichter zake. Later komt iemand anders toch nog het havengeld innen. Ter ere van Rinske haar verjaardag lunchen we op een terras en kopen zelfgesponnen Pellwormschapenwol bij ene Anna. Als zij hoort dat we "aus Holland" komen, heeft ze nog een verhaal van een Nederlandse schilder die de ramen van de plaatselijke kapel heeft gebrandschilderd. De tijd die hij op Pellworm doorbracht is hij zo goed verzorgd door Anna en haar man, dat deze een schilderij van haar heeft gemaakt naar een fotootje wat haar man hem had meegeven. Op deze foto had Anna een halsketting om die door het formaat van de foto niet goed zichtbaar was. Daar deze schilder, Frans Griesenbrock, ook een portret had gemaakt van Koningin Beatrix met een prachtige halsketting, heeft hij Anna voorzien van de halsketting van Koningin Beatrix. Ze heeft het schilderij laten zien. Het was werkelijk mooi en gesigneerd in 1979. 's Middags huren we een fiets en maken we een rondje over het eiland. Met name de ruïne van een kerktoren willen we even bekijken. Deze was al van heel ver zichtbaar en is, als de Dom van Utrecht, van het kerkgebouw gescheiden. Overigens een mooie kerk, maar in restauratie. Verder is het een eiland wat grotendeels in agrarisch gebruik is. 's Avonds eten we in het havenrestaurant waar met name de krabsoep vermeldenswaard is.

Dag 16: Pellworm - Huzem.

De vooruitzichten voor vandaag zijn nog buiig en rond Helgoland ziet het er nog niet goed uit. Dit willen we eigenlijk wel weer aandoen, want het zuidelijk deel van de Nord-Friesische kust heeft weinig beschutte plekken bij westenwind. We blijven daarom nog een dagje in de Halligen. Om 12 uur gaan we zeilend de haven van Pellworm uit, na inkopen te hebben gedaan op de markt die deze ochtend op de haven, dus voor de deur, plaatsvindt. Tussen Pellworm en Süderoog ankeren we nog even een uurtje tot de vloed er weer in zit en dan om de Heversteert heen richting Husum. Onder Nordstrand komt een flinke onweersbui over. We gaan even ten anker, maar alweer trekt het ergste van de bui ons net voorbij. Om 19:00 komen we in Huzum aan waar het feest is: havendagen. 's Avonds gaan we daar natuurlijk even heen en hebben vanuit het reuzenrad een prachtig uitzicht over de streek in het maanlicht. Aan de haven is het gezellig en propvol.

Dag 17: Huzum - Helgoland.

Voor de komende dagen zijn plotseling alle stormwaarschuwingen verdwenen en het ziet er prachtig uit. Om 9 uur vertrekken we uit Huzum met een Noorden wind 3-4. In de loop van de middag neemt op de Noordzee de wind weer aardig toe en we zetten een paar reven in het grootzeil. De zee wordt ook wat wilder, maar verder zeilt het prachtig. Om 17:00 zijn we in de haven van Helgoland. Bijna 50 mijl in nog geen 8 uren.

Dag 18: Helgoland - Wangerooge.

Het is zondag, maar de winkels met Shiffsausrüstung (drankwinkels) zijn gewoon open. Ik haal nog gauw een voorraadje en om 11:00 knijpen we er tussenuit in onze rij van 6 schepen dik. De wind is N-NW en neemt in de loop van de middag toe van 4 naar 6. We hebben recht voor de wind. We hebben nog een oude fok en die zetten we erbij in het profiel van de rolfok en zo passaatzeilende vliegen we richting Wangerooge, wat we de heenweg hadden overgeslagen. Het plan was eerst om het zeegat tussen Wangerooge en Spiekeroog in te lopen. Dit is echter erg ondiep en met deze wind en zeegang besluiten we de iets diepere oostelijke route te pakken. Als het al erg ruig gaat, kunnen we ook altijd nog de Jade opvaren. De zee blijkt hier mee te vallen en we varen veilig om de oostpunt van Wangerooge heen waar al een stuk of 10 schepen voor anker liggen. Om 16:45 laten we het anker vallen.

Vroeger moet hier een aanlegsteiger hebben gestaan. Daarvan staan nog houten resten op het droogvallende strand en er naartoe lopen de resten van een steiger van een paar 100 meter lang. Het ziet er uit als een soort Stone Henge.

Dag 19: Wangerooge - Spiekeroog.

Tegen elven gaan we ankerop en komen tegen twaalven aan bij de haven van Wangerooge. Er rijdt een treintje door de kwelder naar het dorp een paar kilometer verderop. Net voor de veerboot aankomt stappen we als eerste in de trein, maar die raakt helemaal stampvol met toeristen, jengelende kinderen en oude mensen, zodat we toch nog staande in het gangpad met een slakkengangetje naar het dorp reizen. De terugweg gaan we daarom maar weer lopen, maar nu wel met een zware tas met bootschappen. De bramen zijn zo hier en daar wel rijp en dat maakt weer wat goed. Om 17:00 vertrekken we weer uit de haven om met laagwater het zeegat over te steken. De wind wakkert behoorlijk aan en als we onder Spiekeroog ten anker gaan om genoeg water af te wachten is het windkracht 7. Na een tijdje schrikken we ons een hoedje als een veerboot op een halve meter bij ons langs vaart. Aan dek staan lachende toeristen, maar wij vinden de grap iets minder leuk. Het lukt de veerboot over het wantij te scharrelen. Daarna volgt nog een blauwgeel zeiljachtje en dan gaan ook wij om 20:30 ankerop. De wind is ietsje minder geworden en het wordt een leuke wedstrijd met het andere zeiljachtje. Over het wantij hebben we nog stroom nog tegen en dan is het de kunst zoveel mogelijk de ondiepe plekken op te zoeken. Waarschijnlijk zijn zij iets te ver gegaan, want we raken ze kwijt in de schemering. Om 22:30 ankeren we vlakbij de haven van Spiekeroog. Als we er een kwartiertje liggen komt toch nog het blauwgele jachtje op de motor voorbij.

Dag 20: Spiekeroog - Baltrum.

Ook vandaag staat er weer een forse wind als we om half elf ankerop gaan. Vorig jaar hebben we Langeoog al "gedaan". We varen daarom door naar Baltrum waar we half 1 vlak voor de kant droog vallen. Aan wal komen we precies uit op het startpunt van een wandelroute van 7 km. Na 100 meter zijn we al verdwaald. Door grote velden prachtig bloeiend lamsoor en baggerend door slenken raken we weer op de verharde weg in het Ostdorf. Als we verder lopen komen we toch weer op paaltjesroutes uit die ons via bos en heide terugbrengt naar het Westdorf.

Dag 21: Baltrum - Juist.

Het waait vandaag weer stevig. Als we om 9:40 ankerop gaan schijnt de zon nog, maar het betrekt hoe langer hoe meer. Het doel was eigenlijk Borkum maar bij Juist is het niet zo leuk meer en we wijken uit naar de oostelijke kant van de haven van Juist. Om 14:30 gaan we ten anker. Als het droger wordt probeer ik nog wat eetbaars te vinden. Het draait uit op een maaltje Japanse oesters ("If you can't beat them: eat them"). Het valt niet mee om een paar niet al te grote bij elkaar te scharrelen uit de samengeklonterde massa's.

Dag 22: Juist - Uithuizer wad.

Om kwart voor tien gaan we ankerop, eerst even tegen de stroom en vervolgens met vloed de Osterems op. We manoeuvreren toevallig tussen de veelvuldige buien door en komen precies bij de kentering voor de Eemshaven uit en weer met de eb mee over de Alte Ems. We redden het nog net om een eindje het Uithuizer wad op te varen. Als de wind eruit zakt laten we ons vastlopen om 16:30. 's Avonds komt er weer meer wind zodat het een onrustige nacht wordt, totdat we om half drie weer droogvallen.

Dag 23: Uithuizer wad - Engelsmanplaat.

Om kwart over tien is er weer genoeg water, maar niet zoveel wind en die zit ook nog tegen. Het is een lange saaie tocht maar toch redden we het om op tijd over de wantijen heen te komen. Lichtpuntje was de lunch van oesters, brood, wijn en olijven. Bij Lauwersoog is het weer zonnig en we komen tenslotte om 17:00 aan op de Engelsmanplaat. Daar zoeken we traditiegetrouw een emmertje kokkels. Als 's avonds de vloed er in komt verkassen we wat noordelijker achter het Rif omdat er NO is voorspeld. Deze wordt echter ZW, zodat we beter tegen de Engelsmanplaat hadden kunnen blijven liggen.

Dag 24: Engelsmanplaat - Koffiebonenplaat Terschelling.

Vandaag is er eerst weinig wind uit "uiteenlopende richtingen". Kwart voor elf vertrekken we en op de vlaagjes komen we wonder boven wonder net tegen de stroom op in de Holwerder Balg. Dan gaat het makkelijk met de vloed mee. Ik houd me onledig met het schoonmaken van de kokkels terwijl Rinske hoog aan de wind Ameland voorbij zeilt. We komen net (niet? we hebben geen exacte tijd van hoogwater Nes) op tijd in de Blauwe balg en kunnen nog net tegen de stroom in langs de zeehondenplaat schuiven. Om 16:30 gaan we ten anker op de Koffiebonenplaat. Het is er weer prachtig en dat completeren we met een wandeling naar het Amelander gat, een maaltje kokkels, brood en wijn. Helaas wordt de wind weer ZO in plaats van de beloofde NO. We hobbelen dus nogal als het water weer opkomt. Net te laat liggen we 's nachts weer droog: Rinske heeft de kokkels weer aan Neptunes geofferd.

Dag 25: Koffiebonenplaat - Haven Terschelling.

Het is zondag en prachtig weer. Om half twaalf gaan we ankerop bij een aanwakkerende oostenwind. Buiten alle routes om nemen we de kortste weg naar huis. Het is een prachtig slotstuk van een geweldige vakantie. Om 15:00 zijn we weer in de haven.

Besluit.

Eigenlijk moesten we nog even doorzeilen naar Den Helder. Dan hadden we het gehele wad "gedaan". Dat stellen we echter even uit tot later. Op het log hebben we dan 625 mijl afgelegd, maar omdat we zoveel mogelijk met de stroom mee hebben gevaren zal dit over de grond al gauw 100 mijlen meer zijn.

Hoewel de New Classic maar klein is (7 meter) is hij prima bevallen. Met de ophaalbare kiel kunnen we in kniediep water varen en angst voor vastraken hoeven we niet te hebben. We varen dan ook heel veel buiten de bebakende routes om. Bij droogvallen liggen we helemaal recht.

Ook met veel wind zeilt het nog goed, mits op tijd gereefd wordt. We hebben een nieuw zeil met 3 reven en dat is geen overbodige luxe. Bij teveel zeil loopt dit schip namelijk gemakkelijk uit het roer.

In drieenhalve week hebben we ongeveer 3 liter benzine verbruikt en nog geen anderhalf uur op de motor gevaren.

Naschrift.

Het ontbrekende staartje wadden hebben we 19 en 20 augustus nog "gedaan". Om 15:00 vetrokken uit de haven van Terschelling, tegen de stroom in door het Schuitengat en onder Vlieland langs naar Texel. De wind neemt steeds meer af en in de buurt van Den Helder komt langzaam een geweldig onweer opzetten. Omdat we niet meer vooruit komen zetten we de laatste 20 minuten de motor bij om bij de Cocksdorp ten anker te gaan.

Als we er bijna zijn schuift de inktzwarte wolkenband als een poort over ons heen. We krijgen wel wind en fikse buien over ons heen, maar het meeste onweer trekt achter ons langs richting noorden.

Het water is dan al aardig gezakt en we vallen om half tien droog, niet helemaal in het baaitje bij de Cocksdorp. Vandaar hebben we een prachtig uitzicht op de spectaculaire lichtflitsen en proberen dat, tegen beter weten in, ook te fotograferen. Met een filmpje lukte het iets beter.

De volgende morgen worden we wakker om 6 uur en het lijkt wel herfst. We gaan daarom niet volgens plan over het wantij richting Den Helder, maar verkassen verder het baaitje in, vlakbij de spuisluis. Daar liggen we heerlijk rustig en we kruipen weer te kooi.

Na lang uitslapen, koffiedrinken en lunchen is het weer iets beter en gaan we de wal op voor een wandeling. Door het dorp (zo veel terrasjes in 1 straat...), bos en duin komen we bij de vuurtoren aan. Daarna over het strand en de dijk terug. Rinske vindt hier eindelijk twee stukjes barnsteen. Daar hebben we nu al jarenlang naar gezocht.

Als we terugkomen is het water weer net bij de boot en komt het ook weer van boven. Na anderhalf uur zijn we weer vlot en vertrekken om 17:30 met een bakstagwindje 5-6 door het Vogelzwin en Gasboeiengat en verder over de droogte naar het Inschot. Dan halve wind met 7 knopen naar het Schuitengat waar we om 9 uur nog net bij daglicht aankomen. Het is hoogwater, maar doodtij en we raken toch nog even de drempel in het Schuitengat. Om 21:45 liggen we weer in de jachthaven.